Afgelopen dinsdag hebben we gehoord dat ons weer wat voorzichtige vrijheden worden toegekend.
Wat deed dat met jou? Was je blij, boos, bedroefd of een afgeleide daarvan?
We hebben allemaal dezelfde persconferentie gezien, maar we reageren daar allemaal anders op. Misschien stond jij te dansen in de kamer, terwijl je buurvrouw zich angstig voelt. Zelf was ik er nogal gelaten onder.
Hoe zit dat?
Veel mensen denken dat hun reactie (gevoel en gedrag) wordt veroorzaakt door de situatie, maar er zit een stap tussen die in een fractie van een seconde plaats vindt. Die verschillende reacties worden namelijk bepaald door de bril waarmee jij naar de situatie kijkt.
Die bril dat zijn jouw gedachten/overtuigingen over de situatie, waardoor je op een bepaalde manier reageert. Die zijn gevormd door iets wat je eerder hebt meegemaakt. Zo leg je je hand niet op een brandende kachel omdat je overtuiging is dat dat pijn gaat doen (geleerd door ervaring of door je ouders ingeprent).
Is je reactie na de persconferentie helpend voor je (je stond te dansen op de tafel), dan is dat prima. Maar als de gebeurtenis ervoor zorgt dat je zo angstig wordt dat je niet meer naar buiten durft, of dat je zo boos wordt dat het destructief wordt, dan is het interessant om je overtuigingen bij de situatie eens onder de loop te nemen.
Hoe? De RET is daar een mooi instrument voor.
RET staat voor Rationele Emotieve Therapie. Het is ontwikkeld door Albert Ellis en is een vorm van cognitieve gedragstherapie.
Het uitgangspunt van de RET is dat het niet de problemen zelf zijn die het ons moeilijk maken, maar de manier waarop we aankijken tegen de gebeurtenissen die ons overkomen.
De RET gebruikt daarvoor het volgende model waarbij A staat voor de aanleiding of situatie, B voor de bril waardoor je naar de situatie kijkt en C voor de consequentie of het gevolg (je reactie/gedrag/emotie).
Veel mensen denken dat hun gedrag/emotie/reactie wordt veroorzaakt door de situatie (rode pijl). Maar zoals eerder gezegd gaat het ontstaan van je reactie via de bril waardoor je kijkt (groene pijlen). Als dat niet zo zou zijn, dan zouden we allemaal hetzelfde reageren op een situatie.
Ik leg dit model graag uit aan de hand van het volgende voorbeeld.
Ik loop met mijn man over straat en er komt een hond op ons afrennen. Mijn man zakt door zijn knieën en begint de hond te aaien. Ik slaak een gil en sta stokstijf stil, met bonzend hart en zwetende handen (vroeger zou ik weggerend zijn, maar ik heb geleerd dat de hond dan achter je aankomt).
De situatie (A), er komt een hond op ons afrennen, is voor ons beide gelijk. Echter onze reactie (C) is totaal verschillend.
Dat komt doordat mijn man de overtuiging (B) heeft dat honden lief zijn, dat ze geaaid willen worden of willen spelen. Mijn overtuiging is dat honden eng zijn, dat ze je kunnen aanvallen of bijten.
Deze overtuigingen (B) leiden tot het verschillende gedrag (C) wat wij beide vertonen in een zelfde situatie (A).
Nu heb ik er niet heel veel last van dat ik bang ben voor honden, maar ik loop graag hard bij ons in het bos en daar kom ik regelmatig loslopende honden tegen. Ik merk dat ik minder geniet van mijn rondjes. Ik zou heel graag een andere reactie (B) op honden willen hebben. Ik zou graag met minder angst langs een hond lopen en weer willen genieten van mijn rondje hardlopen.
Om de nieuwe reactie of het nieuwe gedrag te krijgen zal ik een andere overtuiging over honden moeten aannemen. Daarvoor kun je je huidige overtuiging uitdagen.
- Is het waar wat ik denk over honden?
- Welke honden ken ik die lief zijn? Hoeveel zijn dat er?
- Hoeveel honden ben ik tegengekomen die bijten?
- Etc.
Conclusie hier is dat mijn huidige overtuiging niet klopt; de meeste honden deugen. Welke nieuwe overtuiging zou mij kunnen helpen om me minder angstig te voelen en weer meer te kunnen genieten van mijn loopjes in het bos?
De overtuiging van mijn man gaat mij een een stap te ver, maar het zou mij al een heel eind op de goede weg helpen als ik in de situatie dat er een hond op me af komt rennen, tegen mezelf zou zeggen:
“Deze hond doet niks”.
Het aanleren van deze overtuiging vraagt veel oefening; jezelf blootstellen aan de spannende situatie.
Daarnaast kun je een anker plaatsen om je nieuwe overtuiging te onthouden. Ik kan dat lieve hondje van de buren in mijn hoofd houden elke keer als ik een hond zie.
Je kunt ook meer (feitelijke) kennis over het onderwerp opdoen. Ik heb een goede vriendin om tips gevraagd hoe ik honden tijdens het hardlopen het beste kan benaderen.
Ik heb mooie dingen zien gebeuren bij mijn coachees waarmee ik de RET heb gedaan. Uiteraard zijn er ook tegenstanders van de RET. Sommige mensen vinden dat je hiermee je angst niet serieus neemt of probeert je emoties weg te nemen.
Daar ben ik het niet mee eens. Om te kunnen veranderen zal ik eerst mijn angst moeten voelen. Het gaat erom dat in nieuwe situaties en in de verwerking van oude situaties een reëel beeld wordt gevormd van de werkelijkheid. Een beetje angst is in deze situatie misschien helemaal prima, maar zodra het me belemmert, is de emotie niet meer passend/helpend.
En zeg nou eerlijk hoe vaak ben ik nou werkelijk aangevallen door een hond?!
“Laat je lijf je leiden!”